‘Als je uitdeelt, moet je ook kunnen incasseren’

Hij had niet lang nodig om zich bij de technische staf in de kijker te spelen: na een uiterst korte trainingsstage bood Helmond Sport – ondanks dat hij nog niet helemaal wedstrijdfit was – Dylan Seys een eenjarig contract aan met een optie tot nog een seizoen. De deal was snel beklonken en dus mag Seys zich in ieder geval het aankomende seizoen speler van Helmond Sport noemen.

Seys begon op vroege leeftijd met voetballen. Een logische stap, want ook zijn vader speelde voetbal. Via Excelsior Moeskroen kwam hij al snel terecht bij Club Brugge, waar hij zo’n beetje de gehele jeugdopleiding genoot. Lange tijd was Seys te vinden in de spits: “Dat was een positie die me echt lag, ik had veel meer bewegingsvrijheid dan aan de buitenkant. Helaas had ik onvoldoende lengte om mezelf staande te houden als spits en daarom verhuisde ik naar de vleugel. Gelukkig heb ik de kwaliteiten om die positie ook goed in te vullen.” Uiteindelijk schopte Seys het tot het beloftenelftal van Club Brugge. Tot een debuut in het eerste elftal kwam het echter nooit.

Israël

Het uitblijven van het debuut in het betaald voetbal was voor Seys reden om uit te vliegen. Via zijn Israëlische zaakwaarnemer kwam hij uiteindelijk bij Hapoel Akko terecht. Een moeilijke stap voor Seys: “Ik kom uit een close familie en dan ga je ineens als jonkie alleen naar Israël toe.”

Omdat Seys zoals gezegd dus een echte familieman is, hoefde hij niet lang na te denken toen FC Twente het volgende seizoen aanklopte. De Tukkers wilden hem huren van Club Brugge: “Dan ben ik in ieder geval alweer een stuk dichter bij huis.”
Ondanks dat het voor Seys een lastige keuze was om naar Israël te gaan, heeft het hem wel goed gedaan: “Zonder mijn uitstapje naar Israël was ik wellicht niet de voetballer geworden die ik nu ben.”

Plezier terugkrijgen

Na de succesvolle periode bij RKC is het niet bepaald vooruitgegaan met de carrière van Dylan Seys: bij zijn laatste twee clubs (Excelsior Moeskroen en Excelsior Rotterdam) kwam de flamboyante Belg maar weinig aan spelen toe.

Vooral zijn periode bij het Nederlandse Excelsior werd gekenmerkt door tegenslag. Seys sloot pas in oktober aan en had daardoor een behoorlijke achterstand op zijn teamgenoten, die al midden in het seizoen zaten. Tel daarbij op dat Seys in het seizoen daarvoor niet speelde en je kunt je voorstellen dat zijn fitheid niet was wat het zou moeten zijn. Desondanks moest hij al vrij snel 90 minuten spelen, met een blessure als gevolg. Het herstel verliep moeizaam: tijdens zijn revalidatie testte hij en passant positief op corona, dat hem nog eens zes weken extra aan de kant hield. “Ik ben door die tegenslagen het plezier in het voetballer zijn verloren. Ik wil dat plezier bij Helmond Sport terugvinden door veel te spelen en belangrijk te zijn voor het team met mijn doelpunten en assists.”

Enfant terrible

Met Dylan Seys heeft Helmond Sport een speler binnengehaald waar men in Helmond doorgaans wel van houdt: goeie kop erop, een over-mijn-lijkmentaliteit en voor de duvel niet bang. Verschillende voetbalgerelateerde media kopten met: ‘Enfant terrible krijgt nieuwe kans in Nederland’, daar waar het ED al sprak van een ‘aanvaller met een deukje’, die bij Helmond Sport zijn carrière weer nieuw leven moet inblazen.

Als je een-op-een met Seys praat heb je de rust zelve voor je neus zitten, maar dat is in het veld wel anders. Zo onderschrijft hij zelf ook: ‘Ik ben het type dat bij een 1-0 achterstand even een tikkie uit kan delen, om te laten zien dat we er nog zijn en dat we nog meedoen, of om de jongens weer even op scherp te zetten.”
Daarnaast is hij eveneens niet vies van de confrontatie met het publiek: “Het is heerlijk om in een uitwedstrijd op voorsprong te komen en dat even te laten weten aan het publiek. Het allerheerlijkst is vlak voor tijd de winnende te maken en dan even met je vinger op de lippen voor het publiek van de tegenstander te gaan staan.”

Uitdelen en incasseren

“Als je uitdeelt, moet je ook kunnen incasseren”, aldus Seys. “Ik deel veel uit en krijg dus ook regelmatig wat terug vanaf de tribune. Ik laat dat allemaal langs me heen gaan: ik laat me niet intimideren.”
Dat incasseren er ook bij hoort, bleek wel na de eerste wedstrijd uit in Den Bosch. Bij een aantal Bossche fans zat nog wat oud zeer, want Seys maakte ooit met RKC de enige goal tegen Den Bosch toen zij nog bovenaan stonden. “Een aantal personen stonden me bij het teruglopen naar de bus de huid vol te schelden. Ik heb dan echt schijt en greep een keer naar m’n zak. Die mensen worden dan helemaal gek en ik loop met een grijns van oor tot oor de bus in.”

Seys kijkt ernaar uit om weer voor publiek te kunnen spelen: “De fans kunnen je met een goede sfeer net dat extra zetje geven dat je af en toe nodig hebt. Ik heb er zin in!” En dat geldt ongetwijfeld ook voor de meeste supporters. Zeker met Seys erbij, want dan is er altijd reuring.

Door Bram van Leuken