Blijven zitten

Een maand of twee geleden gingen mijn dochter Renske en ik naar een thuiswedstrijd van Helmond Sport. Dat doen we een keer of drie, vier per seizoen. Veel vaker is pedagogisch ook niet verantwoord. Toen ik een keer trots een foto van haar, zittend op de tribune in haar nieuwe Helmond Sport-jurk want de kindermaatjes waren op, postte op Instagram, was de eerste reactie ‘Heeft ze straf?’ Het moet daarnaast ook wel een beetje speciaal blijven. Als we te vaak gaan, raken haar ogen te zeer gewend aan al het moois op het veld.

Die bewuste avond, FC Dordrecht kwam op bezoek, was er maar weinig moois op het veld. Er ging meer mis dan tijdens een live-optreden van Tino Martin. Maar ook buiten de lijnen was er ruimte voor verbetering. Dat begon al aan de bar in de hoek van de oost- en noordtribune. Het goede nieuws was dat er bier geschonken mocht worden én er bier in het knusse cateringhokje was. Het minder goede nieuws was dat degene die bier kon tappen net onderweg was richting supporterscafé voor een tray chocomel.

Voor mijn dochter bestelde ik maar thee, want de koude oostenwind vond een manier om tussen de tribunes door te waaien en de gevoelstemperatuur naar vier graden te brengen. Helaas waren de theezakjes in backorder, dus met een bekertje warm water liep ik maar terug naar vak B. In elk geval niet met lege handen.

Ik heb jarenlang in een vierde elftal gekeept en dus veel slechte wedstrijden gezien. Als toeschouwer ben ik maar één keer voor het einde vertrokken. Dat was tijdens een wedstrijd van de Oranjevrouwen tegen Noord-Ierland, bezocht met gewonnen kaarten. Na vijf minuten gingen mijn kameraad en ik speciaalbier drinken in het Eindhovense Café Wilhelmina (tip: Gouden Carolus). Maar deze avond op sportpaleis De Braak was ik er hélemaal klaar mee. Kijken naar de wedstrijd was slechter voor de ogen dan rechtstreeks in de zon staren. En dan was er ook nog die kou en een gebrek aan thee en tappers. “Zullen we in de rust lekker naar huis gaan?”, vroeg ik mijn dochter. “Nee, we blijven gewoon kijken”, was haar antwoord. “We zitten hier niet voor een halve wedstrijd.” Aan haar is nooit een Ajax-seizoenkaarthouder verloren gegaan, dat is wel duidelijk.

Haar geduld werd beloond. Na rust leek alles goed te vallen. Er was weer iemand die bier kon tappen in het loket, de theezakjes waren geleverd, de wind voelde minder koud en ook niet onbelangrijk: Helmond Sport boog de 0-1 achterstand om in 2-1. Het werd zowaar nog een hele vermakelijke wedstrijd. Opgewekt liepen we het stadion uit. Ik dacht: ook al gaat er in het begin nóg zo veel mis; er is altijd een kans dat het goedkomt. Zeker als Helmond Sport-supporter is dat een geruststellende gedachte.

Matthijs Lodewijks