Terwijl in Limburg en Brabant feesttenten werden afgebroken en buitenactiviteiten werden afgeblazen, omdat de elfde van de elfde niet gevierd mocht worden, was huize Reijnen die dag volop versierd en werd ’s morgens een feest gestart dat meer dan een dag duurde. Han Reijnen, geboren op 11-11-1951, vierde zijn verjaardag. Een verjaardag op een carnavals-hoogtijdag.
Feest vieren, verkleden, zingen en alles wat gezellig is, zit in zijn DNA. “Mijn vader zong altijd, zat in Gemert bij het toneel, bouwde decors, was altijd in voor een geintje en speelde diverse muziekinstrumenten. Dik in de vijftig heeft hij zichzelf nog trombone, toch geen misselijk instrument, leren spelen.” De appel valt bij Han niet ver van de boom. Niet vreemd dus dat hij actief werd in de Helmondse carnavalswereld, afstudeerde op de Keiologische Hogeskool en zich tijdens carnaval perfesser doctor mag noemen. “Voor mijn promoveren heb ik elf bewijzen van ‘ermoei’ overlegd. Omdat we thuis met zestienen waren en ons vader voor de kinderen namen koos zoals Peer, Julienne en Han (afgeleid van Haan) wisten we dat we in tijd van nood wellicht een broertje of zusje aan het opeten waren.” Han glimlacht smakelijk als hij over dit stukje ‘bewijsvoering’ vertelt.
Spandoeken
Verhuisd naar Helmond groeide er langzaam maar zeker een Helmond Sport-molecuul in zijn DNA. “Ik kom vanaf 1992 bij Helmond Sport. De eerste drie jaar met losse kaartjes en daarna met seizoenkaarten.” Voor iemand die zich graag verkleed, was een shirt, sjaal en petje zo gekocht. Ook muzikaal komt hij aan zijn trekken. “Ik sta achter de goal, schuin achter de harde kern: de zangers van het stadion met bekende teksten zoals ‘Sta op als je voor Helmond Sport bent’ of ’Het is stil aan de overkant’, maar soms ook teksten die voor mijn gevoel niet helemaal door de beugel kunnen. Weet je waar ik ook een fan van ben, maar wat je amper ziet in het stadion?” De interviewer moet het antwoord schuldig blijven. “Spandoeken. Die zie je nauwelijks in ons stadion. Ze hoeven niet per se groot te zijn. Een kleine met bijvoorbeeld de naam van een speler, heeft ook charme en zweept de speler in kwestie wellicht op. Bij de bouw van het nieuwe stadion zouden ze daar rekening mee moeten houden. Goede plekken voor spandoeken.”
Zingen
“Toen ik in 2007 halfzijdig verlamd raakte, kon in een handomdraai mijn seizoenkaart omgezet worden in een kaart voor het rolstoelplatform met begeleiding, en kreeg ik toegang tot de parkeerplaats vlak bij het stadion. Ik was supertrots dat mijn club zo met een pechvogel omging.” En Han komt nog even terug op het zingen. Voor iemand die daarvan houdt, is het begin van de wedstrijd meteen een hoogtepunt. “Als de muziek van De Vender wordt gedraaid, sta ik op en zing uit volle borst mee. Jammer, dat tegenwoordig niet het hele liedje wordt gespeeld. Bij Heerenveen spelen ze toch ook het hele Friese volkslied.” En op de vraag ‘Voor welke club bende gai’ zingt Han altijd overtuigend: ‘Tuurlijk, voor Helmond Sport!’
Jan-Willem van den Enden