Literair Café Helmond heeft een schrijfwedstrijd uitgeschreven met als verplicht onderwerp: Het Moment. Een uitdagend onderwerp dat schrijvers genoeg aanknopingspunten biedt. Het moment in je leven bijvoorbeeld of, wat natuurlijk ook kan, het sportmoment in je leven. Voor de iets oudere Helmond Sport-supporters is dat niet zo moeilijk, dat is natuurlijk de goal van Harry Lubse waarmee hij Helmond Sport naar de Eredivisie schoot.
Op die memorabele zaterdagavond 1 mei 1982 hoopte de trouwe aanhang dat het bevrijdingsfeest van 5 mei voor één keer een paar dagen naar voren kon worden geschoven. Als er thuis tegen Veendam gewonnen zou worden, zou Helmond Sport geschiedenis schrijven: bevrijding van de Eerste Divisie en promotie naar de Eredivisie. Een onbetwist hoogtepunt in de Helmondse geschiedenis.
Maar de geschiedenis wilde niet meewerken. In een overvol ‘d’n Dijk’ hield Veendam het spreekwoordelijk been halsstarrig stijf en dreigde roet in het eten te gooien. Bevrijdingsfeest is altijd op 5 mei en niet op 1 mei. En tot een minuut voor tijd bij de stand 1-1 was dat ook zo. Een gelijkspel was geen reden voor een feestje. Maar toen, dertig seconden voor tijd, zag de Helmondse wereld er opeens heel anders uit. Spits Harry Lubse rondde een rebound af en schoot de bal achter de krijtlijn waarop Veendam-keeper Hovenkamp geen antwoord op had. De geschiedenis had een oogje dichtgeknepen en had de kalender toch een eenmalig sprongetje naar voren laten maken. Opeens was Helmond bevrijd van stress.
Heel Helmond jubelt, heette het toen. Ik stond met mijn vader op de bovenste betonnen plaat langs de hoofdtribune, richting de MULO-velden, met vaste supporters die om de veertien dagen anderhalf uur familie waren. Dat de betonplaat uit het goede hout gesneden was, bleek na langdurig uitbundig springen en dansen. Het gewapend beton had geen krimp gegeven. Een paar minuten later toen in de kantine de tapkraan in één vaste stand stond en de binnenkant van het fust in een draaikolk was veranderd, fietste ik met mijn vader euforisch naar huis.
Thuis aangekomen en enigszins bekomen van de feestvreugde merkte ik dat ik mijn portemonnee miste. Die moest bij het juichen uit mijn achterzak gesprongen zijn. Die zaterdag had ik mijn auto verkocht en de portemonnee was buitengewoon goed gevuld. Met angstzweet klotsend onder mijn oksels fietste ik snel weer naar De Braak, legde nerveus een suppoost uit wat er was gebeurd en kroop onder de betonnen tribune op zoek naar de verloren schat. En terwijl in de kantine de draaikolk ongetwijfeld naar een ander fust was verhuisd, vond ik de dure, verloren zoon. Gelukkig, het was een dag dat alles meezat. Ook op microniveau. Ik raapte de portemonnee op, voelde dat alles er nog in zat, leunde tevreden over de betonnen plaat en keek naar de goal waar Harry Lubse de poorten naar de Eredivisie had geopend en genoot nogmaals. Ditmaal in stilte. Een zaligmakend moment.
Jan-Willem van den Enden