Zo worden ze genoemd, de supporters van Roda JC. Een geuzennaam gelinkt aan het mijnwerkersverleden van de streek. Koempels. Mooi Limburgs woord met een Duits bittertje. Het woord zegt niets over hoe fanatiek koempels zijn. Zijn het ultra’s? Is het de harde kern? Staan ze in een sfeervak of zitten ze juist met hun kleinzoon op de familietribune?
Je weet het niet. Een koempel voelt zich volgens mij overal thuis in het stadion. Behalve in de bestuurskamer. Want daar komt om de paar jaar het idee naar bovendrijven dat de club moet samensmelten met andere Zuid-Limburgse profclubs. Zo zou topvoetbal binnen handbereik komen. Alsof Roda JC niet al op eigen benen Europees speelde. Met als voorlopig hoogtepunt de wedstrijd in San Siro in 2002 waarin het met strafschoppen nipt verloor van AC Milan. In zo’n bestuurskamer is waarschijnlijk ook ooit besloten om het roemruchte Kaalheide om te dopen tot het nietszeggende Parkstad Limburg Stadion. Auw.
Koempels mijmeren volgens mij nog vaak over de tijd dat Nol Hendriks rondliep op de club. Of ze halen herinneringen op aan de vele goede spitsen die voor Roda speelden. Groninger Dick Nanninga liep er rond. Hij scoorde zelfs in een WK-finale. Zo vond ook de Australiër Graham Arnold de weg naar Kerkrade. Of wat dacht je van de Nigeriaan Tijjani Babangida, Henny Meijer en de Griek Yannis Anastasiou, die dankzij hun succesvolle Roda-avontuur verkasten naar Ajax? Pierre Vermeulen was ooit ook vleugelaanvaller bij Feyenoord, Michel Boerenbach scoorde ook bij AZ uit prachtige vrije trappen, maar koempels zien deze mannen in hun herinneringen altijd in dat klassieke geel-zwarte tenue. Je gunt ze alle succes, de koempels. Alleen vandaag even niet.
John van der Sanden