Louis Coolen en Eric Clijnk: kinderen van de club met een missie

Ze lopen al meerdere jaren rond in en rondom het SolarUnie Stadion en bekleedden beide meerdere functies binnen de club, die ze inmiddels als hun broekzak kennen. Louis Coolen en Eric Clijnk vormen tegenwoordig het technisch hart van Helmond Sport. Coolen vertolkt de rol van technisch manager, waar Clijnk zich vooral bezighoudt met de scouting van spelers. Rond de Toss blikt met beide heren terug op het vorige seizoen en de eerste helft van het huidige seizoen, én we richten ons op de toekomst.

Daar zitten ze, in de lounge van de businessclub, uitkijkend over het veld waar Wil Boessen de afsluitende training voor het treffen met De Graafschap verzorgt. Vergezeld door Hans Schepers, een naam die wat minder vaak voorbijkomt. Hans is al zo’n veertig jaar betrokken bij Helmond Sport en bemoeit zich met de scouting. “Wat ik het mooie vind: tientallen jaren geleden ging ik elke maandag met Erics vader Cor op pad, om bij beloftenelftallen te zoeken naar potentieel interessante spelers. Eigenlijk werkt het nu nog steeds zo”, zegt Schepers met een glimlach op z’n gezicht.

Geslaagd seizoen

Vorig seizoen klom Helmond Sport definitief uit het dal van de Keuken Kampioen Divisie, met een twaalfde plek als resultaat. Coolen over vorig seizoen: “Op voorhand teken je natuurlijk voor deze eindklassering. Waar ik vooral blij mee ben, is de ontwikkeling die het team afgelopen seizoen doormaakte. Een club als Helmond Sport heeft elk seizoen een sterk wisselende basiself en het heeft tijd nodig om de automatismen erin te krijgen. Daar heeft een aantal ploegen in de KKD minder last van.”


Clijnk onderschrijft de woorden van Coolen: “We weten allemaal waar Helmond Sport vandaan komt, dus dan is een twaalfde plek een prima prestatie. We hebben voor ogen om ons via de weg der geleidelijkheid langzaamaan weer te gaan bemoeien met de play-offs. Een twaalfde plek is voor die weg niet eens optimaal, want als je dit seizoen veertiende eindigt dan heb je al te maken met terugval.” En inderdaad: Helmond Sport hengelde een aantal voltreffers binnen en lijkt daar dit seizoen de prijs voor te betalen.

Stagespelers

In de voorbereiding op het seizoen 2020/2021 liet Helmond Sport een aantal spelers op trainingsstage komen. Karim Loukili en Lance Duijvestijn waren twee van hen. In de voorbereiding op het huidige seizoen werd eveneens een blik stagespelers opengetrokken, van wie uiteindelijk Paul Fosu-Mensah en Keyennu Lont in aanmerking kwamen voor een contract. Ondanks dat deze methodiek tot successen heeft geleid, geniet een dergelijke werkwijze niet de voorkeur van Coolen en Clijnk. “Elke transferwindow weer krijgen we een groot aantal spelers aangeboden door zaakwaarnemers. Door corona is het onmogelijk om wekelijks spelers te gaan bekijken, dus is ervoor gekozen een aantal spelers uit te nodigen voor een trainingsstage”, legt Clijnk uit. Coolen voegt daaraan toe: “Deze ingeslagen weg is geen bewust gekozen beleid, maar geboren vanuit de situatie waarin we nu zitten. Als straks de jeugdopleiding compleet is met een onder 17, onder 18 en onder 21 zal zo’n groep trainingsstagiairs naar alle waarschijnlijkheid tot het verleden behoren.”

Jeugdopleiding

Daar kaart Coolen een heikel punt aan: de jeugdopleiding. Vier jaar geleden weer onderaan begonnen met één onder 13-elftal, dat inmiddels een onder 16-elftal is. Het gat tussen de onder 16 – het hoogste elftal binnen de huidige jeugdopleiding – en het eerste elftal is groot. Spelers die uitblinken bij de onder 16 kunnen het niet in een hoger elftal laten zien. Dat is niet het enige nadeel: andersom is het zo dat spelers die bij het eerste elftal niet of nauwelijks aan spelen toekomen, geen onder 21-elftal hebben waar ze wél minuten kunnen maken. Coolen heeft daar zelfs nog een extra kanttekening bij: “Als een trainer met een groep van 24 wil werken, kan menig club wat beloftevolle jongens doorschuiven naar het eerste. Die luxe hebben wij niet. Wij moeten dan nog jongens op amateurbasis halen die enkel en alleen voor opvulling dienen, terwijl je ze wel gewoon een onkostenvergoeding moet betalen.” Dat betekent overigens niet dat Helmond Sport bij de pakken neerzit totdat de jeugdopleiding alle elftallen omvat: “Tijdens de voorbereiding op de tweede seizoenshelft gaan we een aantal talentvolle jongens uit de onder 16 mee laten doen met de training van het eerste elftal. Daar worden die jongens ook beter van”, concludeert Clijnk.

Eerste seizoenshelft

De verwachtingen voor het nieuwe seizoen waren hooggespannen, mede door het sterke afgelopen seizoen en het goede einde van de voorbereiding (1-4 winst op VVV en 3-1 op KV Mechelen). Het programma leek voldoende aanleiding te geven voor een vliegende start, maar niets was minder waar. Dat zorgde voor gemengde gevoelens bij het technische hart.
Coolen daarover: ‘Als je de statistieken van de eerste vier wedstrijden bekeek, stonden we overal bovenaan: most expected goals, hoogste passpercentage, meeste succesvolle dribbels, maar de conclusie was wel dat je met de minste punten onderaan stond op de ranglijst.’


Helmond Sport ging nadien wat meer gegroepeerd voetballen en hoewel het flitsende voetbal uit de eerste speelronden daarmee teniet gedaan werd, werden er wel punten gepakt. De matige start en de teleurstellende zestiende plaats waar de club op het moment van schrijven bivakkeert, is niet met één reden te verklaren. Volgens Clijnk liggen er meerdere factoren aan ten grondslag: “Je moet niet vergeten dat we in de zomer met Van Gassel, Joppen, Van Hoorenbeeck, Loukili en Duijvestijn vijf basisspelers kwijt zijn geraakt. Dat is de helft van je elftal. Dat is niet de enige reden: veel jongens die we gehaald hebben, hadden weinig wedstrijdritme: Keyennu Lont, Dylan Seys, Paul Fosu-Mensah, allemaal weinig tot niet gespeeld vorig seizoen.”

Volgens zowel Coolen als Clijnk heeft dit Helmond Sport nog niet in de op voorhand beoogde basiself gespeeld. Blessures hebben dit seizoen meermaals het creatieve vermogen van Boessen op de proef gesteld. Coolen hoopt op een betere tweede seizoenshelft: “Als we de boel fit kunnen houden, moeten wij gewoon een betere tweede seizoenshelft af gaan werken. We hoeven ons nog niet direct te meten met de play-off-ploegen, maar ‘best of the rest’ moet een reëel doel zijn.”

Transfermarkt

Voor we aan de tweede seizoenshelft beginnen, begint eerst de transfermolen weer te draaien. Clijnk tempert meteen de verwachtingen: “Je hoeft in januari echt geen transfervuurwerk te verwachten. Natuurlijk kijken we naar buitenkansjes, maar we zijn er huiverig voor om spelers te halen die niet wedstrijdfit zijn. Dan gaan we geld investeren in een jongen die pas in maart volledige wedstrijden kan spelen. Doen we liever niet.”


De voetbalwereld is een raar wereldje en daarin kunnen gekke dingen gebeuren. Coolen knikt instemmend: “Ondanks dat we laag staan, krijgen we elke thuiswedstrijd aanvragen voor kaarten bestemd voor scouts van Eredivisieclubs. Reith is bijvoorbeeld een interessante back voor veel Eredivisieploegen. Mochten we daar een transfersom aan over houden, dan kunnen we wellicht weer een rol spelen op de transfermarkt.”

Nieuw stadion

We hebben in Nederland nog steeds te maken met een pandemie, dus ook voor Helmond Sport is het overleven. Niettemin is het voor de club belangrijk – zeker met het oog op het nieuwe stadion – om uit de krochten van de KKD weg te blijven. Sterker nog: de club moet groeien. Met het verlengen van het contract van Boessen koos Helmond Sport destijds voor continuïteit, tot tevredenheid van Coolen en Clijnk. Zij en Boessen bespreken veel en zijn naar eigen zeggen positief-kritisch naar elkaar toe. Een dergelijke verstandhouding is ook gewenst, want de trainer moet natuurlijk het optimale rendement halen uit de door Coolen en Clijnk samengestelde selectie. Op deze manier moet Helmond Sport stappen zetten, als opmaat naar het nieuwe stadion in 2025. Want dan moeten er weer mooie tijden aanbreken in Helmond.

Bram van Leuken