Willy Fautiljanan (69) in zijn gele hesje valt als steward niet zo op. Zo groot en zo breed is hij niet. Toch dwingt hij respect af. Vriendelijk en gastvrij als alles goed gaat, maar al er iets aan de hand is, wordt zijn beheerste houding, resoluut optreden en weloverwogen woordenkeus een efficiënt wapen. Klein van stuk, maar bovenal een professionele houding als steward.
“Met pakweg 20 stewards ontvangen wij samen met de security de gasten en proberen wij ervoor te zorgen dat de mensen rustig een wedstrijd kunnen bekijken,” vertelt Willy, die al een groot aantal jaren een bekend gezicht op de Braak is. ’20 stewards is eigenlijk aan de krappe kant. Het is moeilijk om aan stewards te komen. Behalve mijn vrijwilligerswerk bij Helmond Sport, word ik ook regelmatig ingehuurd door clubs als VVV, Roda JC, Fortuna en MVV. Met name tijdens de Limburgse derby’s zijn extra stewards geen overbodig luxe.”
Willy heeft altijd in de securitywereld gewerkt.” Dan bouw je een hoop mensenkennis op. Het zit in me.” Bij thuiswedstrijden staat de steward meestal voor het uitvak of bij de spelerstunnel.”
Respect
“Ik sta al heel lang bij het uitvak. De meeste uitsupporters kennen me en groeten me. Meestal loopt het goed, maar zo nodig grijp ik in.” Hij komt met een voorbeeld. “Een paar weken geleden thuis tegen NAC stond er tijdens de kaartcontrole iemand met een grote mond te duwen en te dringen. Ik maande hem om rustig te blijven en respect te tonen. Toen hij niet stopte, ben ik er naar toe gegaan en vertelde hem nogmaals dat ik hier niet voor niks sta en vind dat alles respectvol moet verlopen. Toen hij nog niet reageerde heb ik hem weggestuurd. Ik ben wel klein, maar lk ben voor niemand bang. De andere supporters van NAC begrepen mijn ingrijpen. Je moet respect voor elkaar hebben.”
Werkwijze
“Het gaat om de manier hoe je mensen benadert. Als je laat zien dat je geen schrik hebt, heb je al veel gewonnen. Praat rustig en overtuigend op mensen in. Dat werkt. Praten en zelfbewust overkomen zijn je wapens. In principe ben ik terughoudend en blijf altijd op de achtergrond. Belangrijk is ook het samenspel met de andere stewards. Wij observeren en signaleren als eerste als dingen verkeerd dreigen te lopen. Zo nodig gaan we naar de mensen toe die onrust veroorzaken. En als het mis dreigt te lopen, melden dit bij de centrale post.”
Willy is bescheiden, maar een goed verstaander voelt aan dat hij trots is op hoe hij zijn werk invult. Over een andere vorm van trots zijn spreekt hij wel honderduit. ‘Ik ben er trots op dat ik een Molukker ben!’
Molukken
Hij klimt op zijn Moluks stokpaardje en vertelt over zijn leven. Geboren in Kamp Westerbork en uiteindelijk verhuisd naar Helmond. Hij vertelt over de moeizame relatie tussen Indische mensen en Molukkers, hoe rijk de Molukken aan grondstoffen zijn en dat daarom Indonesië de Molukken niet afstaat en hoe Oranjegezind Molukkers zijn. “Tijdens de afgelopen WK voetballen waren de Molukken fan van Nederland.”
Ook over hoe hun vaders die als KNIL-soldaten naar Nederland kwamen, geharde militairen waren en dat zij dat hun kinderen hebben doorgegeven. “Als mensen moeilijk doen, vertel ik altijd dat ik een Molukker ben. Dan weten ze meteen waar ze aan toe zijn. Een Molukker gaat nooit aan de kant,” vertelt hij trots.
Rijkdom
“Mijn kinderen kennen mijn liefde voor de Molukken. Ga er dan wonen, zeggen ze. Maar dat kan niet. Mijn moeder is begraven in Nistelrode en mijn vader in Helmond. En mijn kinderen en kleinkinderen wonen hier. Ik kan toch niet zoveel rijkdom achterlaten.”
Tekst en foto: Jan-Willem van den Enden