Voor Schut

Eind jaren tachtig in de vorige eeuw studeerde ik Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht. Een paar uren per week had ik college en de overige tijd was het zelfstudie op mijn kamertje aan de Croeselaan of in de bibliotheek op de Drift. Twee keer per week bleef ik over op een montessorischool: tussen 12 uur en half 2 at ik een boterham met de basisschoolleerlingen en daarna gingen we buitenspelen. Meestal was het een potje voetbal. Iedereen mocht meedoen. We hadden veel plezier. Ik weet dat nog zo goed omdat naast de school een Eben-Haëzerschool stond. En de kinderen van die reformatorische school hadden geen plezier en zij gunden dat andere kinderen ook niet: ze stonden tijdens hun overblijf bij het scheidingshek. Ze waren alleen maar aan het jennen, sarren, stangen, tarten, treiteren, zieken (ja, zoals gezegd ik studeerde Nederlands).

Zoals gezegd, iedereen mocht meedoen. Er was een jongetje dat me toen al meteen opviel: Alje Schut. Acht, negen jaar misschien, linksbenig, goede voetballer. En ik had gelijk. Drie jaar later verkaste hij naar de jeugdopleiding van Feyenoord. Om na enige tijd weer terug te keren in de Domstad. Van 1999 tot 2012 stond hij z’n mannetje in de verdediging. En elke keer als zijn naam werd genoemd in de samenvatting bij Studio Sport dacht ik: ‘die jongen is toch ook een beetje zover gekomen dankzij de potjes voetbal die ik met hem op het schoolplein speelde’. Zelfs toen hij in één seizoen vier eigen doelpunten maakte, bleef ik een trouwe fan op afstand. Want hij won met zijn club ook gewoon twee keer de KNVB-beker.

Nu is Alje Schut hoofd scouting van FC Utrecht. En talentenbegeleider. Dus wat de uitslag vandaag ook wordt, ik kan alleen maar winnen.

John van der Sanden

Ex-overblijfkracht